Tewerkgesteld en Werken in Duitsland helpen mij onze opa’s te begrijpen
Gezin- en relatietherapeuten dagen ons uit om ‘zo doen we dat nu eenmaal in deze familie’ te onderzoeken. Is het heden ten dagen nog steeds nodig dat we het zo doen? Waarvoor deden we het zo?
Een man vraagt z’n vrouw waarom ze de uiteinden van de worst altijd afsnijdt. Waarop de vrouw antwoord, dat haar moeder en oma zo de worst bakten. Wanneer de man doorvraagt waaróm de worst zo te bakken, heeft zijn vrouw geen antwoord. En dus reizen ze af naar oma in het bejaardentehuis. Waarom oma verbaast antwoordt: “Maar vrouwke toch, bakt ge nu nog altijd mee da klein panneke?!” (Nuyts & Sels, 2017).
Welke motto’s komen uit de Arbeitseinsatz?
Hoe komt het dat we in de familie van mijn moeder zo zorgvuldig omgaan met wat de buren zien, denken en vertellen over ons? En dat mijn schoonfamilie aan vaders kant oplettend is op wat de buitenwereld doet? Zou dat te maken kunnen hebben met de tewerkstelling van deze opa’s?
“Je hebt geen idee hoe gevaarlijk de wereld wel niet is, let op de anderen, zij letten op jou!” Dat is in mijn ogen het motto geweest van de vader van mijn moeder die tijdens WOII te werk werd gesteld in Berlijn, contractbreuk pleegde en onderdook.
Dan is er nog de vader van mijn schoonvader die in Berlijn te werk werd gesteld en zijn levenslang mentaal en lichamelijk tobde met zijn gezondheid. Deze opa ken ik niet. Uit de verhalen over hem, filter ik zijn motto te zijn: “Pas op dat anderen je geen onrecht aandoen!”
Beiden opa’s lijken kwetsbaar voor schaamte en angst. Die gevoeligheid herken ik bij mijzelf terug. Ik als kleinkind lijk nog steeds met opa’s onuitgesproken overtuigingen te leven. Eens zien of ik meer te weten kan komen over het waaróm van deze motto’s, zodat ik ze los kan laten. Daarvoor duik ik in twee boeken over de Arbeidseinsatz.
Tewerkgesteld. Getuigenissen van de Arbeitseinsatz
Renske Krimp-Schraven (1982) beschrijft in Tewerkgesteld over zeer uiteenlopende ervaringen van de groep tewerkgestelde Nederlanders tijdens WOII. In totaal werkten 500.000 tot 630.000 mannen in Duitsland en waarschijnlijk 300.000 mannen doken onder om (nog eens) aan dat lot te ontkomen.
Als veertiger bekijkt deze historicus de ervaringen van tachtig jaar geleden. Ze behoort tot de groep die dit niet beleefde. Buiten het doolhof, heeft zij overzicht vanuit de helicopterview. Dankzij Krimps professionaliteit, objectiviteit en nabijheid geeft Tewerkgesteld een overzicht van verschillende ervaringen. Zij beschrijft een genuanceerd en overwogen beeld. Bijvoorbeeld door de lezer bewust te maken van de tijdgeest waarin de geschiedenis zich afspeelde, en de tijdgeest waarin de geschiedenis nu herinnert wordt.
“Al deze bronnen zijn gekleurd door de omstandigheden en de tijd waarin ze werden gemaakt en moeten ook zo worden gelezen. … Bronnen van na de oorlog zijn geschreven in de wetenschap dat niet alle ervaringen van tewerkgestelden werden gewaardeerd.”
© Tewerkgesteld. Getuigenissen van de Arbeitseinsatz.
Werken in Duitsland 1940 – 1945
Karel Volder behoort wel tot de groep die tewerkstelling beleefde. Ook hij bundelde uiteenlopende ervaringen van mannen die, net als hem, in Duitsland werkten tijdens de oorlog. Hij zingt met een meerstemmig koor soms een solo en nodigt andere koorleden uit voor hun solo. Zijn geluid klinkt emotioneler. Meelevend, sarcastisch, vriendelijk, boos, liefdevol, verdrietig en humoristisch.
“De kok riep dan: ‘Es gibt Nachschlag!’ Wie nog honger had, en dat hadden we allemaal, en het eten nog door de keel kon krijgen – dat waren er veel minder – sprong op en rende naar de tafel waar uitgedeeld werd. Maar ‘Nachschlag’ kwm bij J.F.M. Aschersleben niet veel voor. Wat zeggen anderen?”
Volders boek bevat vele interessante details. Hierdoor is het mogelijk om losse puzzelstukjes van opa’s antwoorden naast de stukjes van bondgenoten te leggen en zo een mogelijke compositiecollage te krijgen. Het is vast niet de waarheid, maar het is meer dan het zwijgen waar ik mee worstel.
© Werken in Duitsland 1940 – 1945
Ieder detail, kleurt het geluid van de context
Wanneer er meer dan een half miljoen mensen een ervaring delen, dan bestaan er overlappen en verschillen. In beiden boeken wordt duidelijk dat verschillende details de ervaring kleuren.
De unieke reis maakt het verschil
Het maakt uit of opa’s voor 1943 of na 1943 naar Duitsland reisden. Zo was na ’43 de reis vaker grimmiger en het transport mensonterender dan ervoor. Tot ’42 kreeg een arbeider soms verlof en waren er meer ontsnappingsmogelijkheden. Na ’43 was de kans op ontsnappen kleiner. De kans was zelfs groot dat opa’s via een razzia en strafkamp reisden. Later in de oorlog namen ook bombardementen en honger toe. Nieuws en pakketjes uit Nederland namen af. Al deze details beïnvloedde ervaringen en overtuigingen.
- Van waar vandaan reisde opa’s?
- Wanneer reisde opa’s?
Uit Tewerkgesteld: “Als diezelfde mannen op latere leeftijd terugblikken, is de sfeer van het schoolreisje meestal verdwenen. In de jaren tachtig voelen veel ex-tewerkgestelden zich achtergesteld en miskend in hun oorlogservaring. Vanaf 1984 bleek dat zij geen compensatie kregen voor de late gevolgen van de oorlog, wat gevoeld werd als een gebrek aan erkenning. Wat ze over de oorlog vertellen beweegt mee met dat gevoel. … Tegenstrijdig hoeven deze herinneringen niet te zijn. Avontuur en onzekerheid konden allebei onderdeel zijn van iemands tewerkstellingservaring.”
- Hoe reisde opa’s?
- Waarheen reisde opa’s?
Uit: Werken in Duitsland: “Als de Deutsche Reichsbahnn een klachtenbureau voor arbeiders had opengesteld, dan hadden velen beslist geprotesteerd tegen het reisprogramma. Het waren soms echte verrassingsreizen. Zo’n verrassing was bijvoorbeeld een militaire begeleiding. Of het plotseling vastleggen van het eindpunt naar Letland. Of het vervoer met een transporttrein. Het ontbreken van voedsel en drank, gedurende enkele dagen. Het slaan met geweerkolven of het aantrekken van buitgemaakte uniformen waar anderen al in gesneuveld waren. De keiharde banken. Maar wat wil je nou als je gratis én vrijwillig reist. Ook al was je door de politie uit je huis gesleept, de vrijwilligheid moest volgehouden worden tegen over het Duitse volk.”
Met wie, als wie en van wie reisden zij
Er zijn grote verschillen opgemerkt tussen de werkgevers in de steden en op het platteland. Een werkplek in een Duits klein of middenbedrijf of in een groot fabriek. Vooral de werkzaamheden woonvoorzieningen, (on)mogelijkheden, ziektes, honger, de aanwezigheid van andere nationaliteiten en daarmee samenhangende straffen werden beïnvloed door de plek waar opa’s werkten.
- Met wie, als wie en van wie reisde opa?
Uit: Werken in Duitsland: “In de dagen dat ik nog onvoldoende mogelijkheden vond wat verbetering te vinden voor het probleem ‘Lege Maag’ waren er anderen, die dat wel hadden weten op te lossen. Ze lieten je domweg aan je eigen lot over. Daar groeide voor mij een grote teleurstelling uit. Toen ik mijn eigen situatie wist te verbeteren, voelde ik me op mijn beurt niet meer geroepen aandacht aan en te besteden toen hun eigen mogelijkheden wat opdroogden. Slechts zeer incidenteel hielp ik een kamergenoot.”
De mogelijkheid om vriendschap te sluiten, of de noodzaak tot verdedigen zelfs onder gelijkgestemden. Het gevoel ‘iets’ naar eigen hand te kunnen zetten. Baas te blijven over eigen gedachten tijdens vernederingen en gevaar. Betrokkenheid van het thuisfront. Het maakte uit met wie, als wie en van wie een tewerkgestelde reisde.
Uit Tewerkgesteld: “De gemene deler van Nederlandse tewerkgestelden is dat de arbeidsinzet voor allen een inbreuk op hun persoonlijke vrijheid betekende, al konden hun individuele ervaringen verschillen, evenals de mate waarin verplichting of dwang werd toegepast.”
De omstandigheden van de heenreis én de terugreis
zijn belangrijk voor de unieke ervaringen
De antwoorden op deze vragen over de heenreis én de terugreis blijken zeer belangrijk te zijn voor de ervaringen die opa’s hadden. Ook de manier waarop zij deze ervaringen verwerkten, zij zich de ervaringen herinnerde en welke motto’s zij uiteindelijk overhielden, maakten verschil.
“Het lijkt erop dat mannen die terugkwamen in kleinere gemeenschappen zelden last hadden van slechte ervaringen en gevoelde oordelen. Iedereen in de omgeving wist vaak al wat hun was overkomen. Hie werden minder oordelen geuit en het leek niet nodig om ernaar te vragen.” Uit Tewerkgesteld.
Ik leef toch nu?
Hoe helpt al dat terugkijken? Mijn generatie en de generatie die we nu opvoeden, leven toch nu? Toch kijk ik juist terug voor de toekomst. Voor mijzelf en de generatie na mij.
De ervaringen van onze opa’s zijn in een stilzwijgen gewenteld. Heel veel informatie heb ik niet. Door terug te lezen, vallen er wat puzzelstukjes op hun mogelijke plek.
Zo is de opa van mijn partner opgeroeid in Delft. Hij verbleef tot het einde van de oorlog in Berlijn. Met de puzzelstukjes van deze boeken gok ik erop dat hij met een razzia is opgepakt. Terwijl ik erop gok dat mijn eigen opa voor 1942 via contractbreuk is ontsnapt. De laatste jaren dook hij namelijk onder. Eerst bij oma, daarna bij dorpsgenoten. Dat weet mijn tante nog: “Hij bracht hen na de oorlog iedere Kerst een kerstcadeautje.”
Gecompliceerder dan mij nu lief is
Toch weet ik nog niet precies hoe de familieovertuigingen werken. Of ze überhaupt wel uit deze levensfase komen, of dat de motto’s via huwelijken met de oma’s ontstonden, of al opgedaan zijn door onze overgrootouders.
Wat de winst is van het lezen over hun geschiedenis, is dat ik me dichterbij de opa’s voelde. Alsof ik even met hen op kon trekken tijdens dit moeilijkste deel van hun leven. Dan zijn ze met terugwerkende kracht, niet zo alleen als dat ze toen waren.
Lezen over de Arbeitseinsatz helpt me bij het ontschuldigen (Boszormenyi-Nagy, 2012) voor hun wereldbeeld. De schaamte en angst van de opa’s sijpelde mijns inziens in de opvoeding van hun kinderen en uiteindelijk in ons. Het is niet gemakkelijk om in 2024 te leven met emoties die te scherp staan afgesteld door opvoeding.
Dankzij mijn compositiecollages van de opa’s neem ik de schuld van hun schouders door te denken: “Zij verwerkten hun ervaringen tot opvoedkundige lessen, zo goed en zo kwaad ze konden.” En: “Het zit blijkbaar wel wat gecompliceerder dan mij nu lief is. Laat ik uitademen.”
Dat is mijn winst.
Dag opa’s overtuigingen!
Meer en meer besef ik me dat de motto’s van onze opa’s al zo oud zijn en zo lang terug gaan. Mijn besef dat deze motto’s van hen persoonlijk waren en niet van mij groeit door:
- het lezen over hun geschiedenis: de onwerkelijke werkelijkheid waarin zij en niet ik opgroeide,
- de grote hoeveelheid informatie van Volder: alle ervaringen zijn uniek geweest en de unieke ervaringen van onze opa’s zijn niet te achterhalen. Laat ik daarom mijn éigen motto’s scheppen.
- Krimps zorgvuldige herinnering dat psychologie geen rechte lijn is. Ervaring A schept niet motto blauw. Motto’s zijn complexer dan oorzaak en gevolg. “Hieruit blijkt ook dat iemands persoonlijkheid een rol kon spelen bij het beleven van en het terugkijken op de Arbeitseinsatz.”
Geholpen door het gegroeide besef, probeer ik mijn gedachten om te denken en mijn gedrag meer verantwoordelijk bij te sturen. Tijd dus om opa’s motto’s los te laten. Al klinkt dat eenvoudiger dan het is, zette ik met Tewerkgesteld en Werken in Duitsland stappen in de juiste richting.
Bronnen bij dit artikel
Tewerkgesteld. Getuigenissen van de Arbeitseinsatz.
Renske Krimp-Schraven
251 bladzijden
Geschiedenis
Boom
2024
Renske Krimp-Schraven MA (1982) studeerde aan het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies. Als historicus, senior beleidsadviseur en hoofdonderzoeker is zij betrokken bij het onderzoek naar Nederlandse dwangarbeiders in Duitsland aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
Werken in Duitsland 1940 – 1945
Karel Volder
548 bladzijden
Levendige geschiedenis (auto)biografie
Uitgeverij Profiel
1990
In 1943 had Karel Volder (1923) geen andere uitweg meer dan te werken voor de Junkers vliegtuigfabriek in Aschersleben. Over zijn ervaring en de ervaringen van bijna 200 andere Nederlanders voor, tijdens en na deze tewerkstelling gaat zijn boek.
Andere bronnen die geraadpleegd zijn voor deze blog
Naast de twee hierboven genoemde boeken over de Arbeitseinsatz, werden ook onderstaande twee boeken over familiepsychologie ter hand genomen.
Nuyts, A. & Sels, L. (2017). Tussen mensen. Contextueel denken over relaties, familie en samenleving. Leuven: Uitgeverij Lannoo Campus.
Boszormenyi-Nagy, I. & Krasner, B.R. (2012). Tussen geven en nemen. Over contextuele therapie. Haarlem: Uitgeverij De Toorts.