De zeven vinkjes – Joris Luyendijk
“Tijdens lezingen en meer nog bij het schrijven zat dat stemmetje altijd in mijn achterhoofd: heb ik hier wel een rol?” Joris Luyendijk in De zeven vinkjes.
Joris Luyendijk vindt dat mannen zoals hij, door hem geïntroduceerd als mensen met ‘De zeven vinkjes’, al lang genoeg de baas spelen. Sinds 2011 begint Luyendijk in te zien welk onrecht gaande is.
Eerder wist Luyendijk misschien niet eens dat er een conflict was. Hij stond en staat immers als jury, scheidsrechter en winnaar opgesteld in de wereld waar hij wil werken. Ondertussen lijkt hij stil te staan en probeert hij de aandacht te trekken van de overige juryleden. Wat is Luyendijks rol in het geweldloze gesprek over ongelijke kansen op de scholen en arbeidsmarkt?
© De zeven vinkjes – Hoe mannen zoals ik de baas spelen
Bij complexe maatschappelijke onderwerpen kun je ervoor kiezen om geweldloos te spreken. Of schrijven natuurlijk. Luyendijk schrijft geweldloos over zeven subgroepen waar een mens deel van uit kan maken. Het lidmaatschap van de zeven subgroepen beïnvloeden je succes in Nederland. Terwijl je niet per se invloed hebt op je lidmaatschap, kan je clubkaart je wél tot Supermens maken. Ik fantaseer een kobaltblauw spandex pak onder de witte blouse. De omgekeerde gouden driehoek met de magische zeven onder het borstzakje verstopt.
Luyendijk schrijft geweldloos over zeven subgroepen
In zijn boek spreekt Luyendijk zijn ‘gelijken’ aan over de voordelen van de zeven groepen. Meestal zijn het mensen die juist búiten de groep vallen die opmerkelijkheden van de groep scherp beschrijven. Luyendijk onderzoekt zijn eigen groep. “Dit boek is een poging om mannen zoals ikzelf onder het vergrootglas te leggen.” Hij spreekt zichzelf en zijn medevinkers krachtig geweldloos aan op het conflict.
Marjan Vaesen vertelt op Over Psychologie in een podcast over conflicten en geweld. Conflicten en geweld bekijkt Vaesen vanuit sociologisch, psychologisch en filosofisch perspectief. Luyendijk maakt ook gebruik van die drie perspectieven in zijn boek.
Allereerst het in het oog springende sociologische perspectief. Want Luyendijks zeven vinkjes lijken voornamelijk bekeken vanuit de biologisch en sociologisch hoek. De vinkjes gaan onder andere over afkomst en opleiding. Met zeven vinkjes kun je gemakkelijker bouwen aan een groot netwerk. Een steungroep die tot je beschikking staat. Die je draagt en steunt als je topfuncties ambieert. Dat is een sociologisch effect.
Vooralsnog moet je in de wereld van de ander,
net als de ander worden
Ten tweede Luyendijks aandacht voor de psychologische uitwerking van de ongelijkheid. “‘Jullie zijn de leiders van morgen.’ Ook dat kregen we regelmatig te horen, en de school schermde met oud-leerlingen… Dan zag je zo’n lijst en dacht je: hier hoor ik kennelijk bij. … vooral kreeg ik het signaal: dit kan jij ook.”
Het psychologische effect is de overweldigende erkenning die je vanzelfsprekend toekomt. Niet alleen van liefhebbende ouders. Ook van anderen in de wereld. Hierdoor krijg je veel vertrouwen van je omgeving. Dát werkt in op je zelfbeeld. “…wie denk jij eigenlijk wel dat je bent? Goede vraag. Niet zozeer wie ik was, als wel wie ik dacht dat ik zou kunnen worden.”
Ten derde het ethische pijnpunt van het conflict. Gelijken hoeven zich niet aan te passen. “‘Waar heb je het over? Wees gewoon jezelf!'” De luxe om jezelf te zijn heb je in je eigen wereld. Niet in de wereld van de ander. Vooralsnog moet je in de wereld van de ander, net als de ander worden. “Ik zou mijn hele manier van doen en denken moeten doorlichten, opnieuw afstellen en zelfs heruitvinden. Dit kan ik niet, en zelfs als ik het kon, zou ik mezelf kwijtraken. En hoe goed ik ook assimileer, helemaal ga ik er nooit bij horen.” Leven in de wereld van de ander kost veel, zoals het verlies van je eigen wereld.
De zeven v-jes bijleren over de zeven x-jes
“Dit heb ik zo vaak gezien. Mooie woorden en ‘m dan smeren … Alsof ongelijke behandeling alleen gaat over degenen die ongelijk wórden behandeld, en niet over degenen die ongelijk behandelen.” Het is Luyendijks bedoeling dat de zeven v-jes mensen bijleren over de zeven x-jes mensen. Zodat onschuld afgeleerd wordt. Luyendijk is de betrouwbare bijlesleraar die geduldig uitlegt. Hiermee maakt hij een tussenstapje voor mensen die het ontwaken lastig vinden.
Luyendijk staat niet in een doorgestoken spel te vechten voor zijn ruimte die hij niet als zichzelf kan innemen. Hij weet niet hoe het is om een leven lang aan de andere kant te staan. Maar hij doet, net als wij allemaal, wel mee aan het spel. Het maakt uit dat Luyendijk onderzoekt hoe oneerlijk het spel is en dat aan de kaak stelt. Dat is z’n rol in het geweldloze gesprek over ongelijke kansen. Luyendijk staat op voor geweldloosheid op de scholen en arbeidsmarkt. Dank je wel, Joris, voor je geluid.
“… ubuntu leert ons om bij het zoeken naar antwoorden ook buiten onszelf te kijken. Bij ubuntu gaat het erom dat je het grote geheel ziet, de andere kant van het verhaal.” Mungi Ngomane in ‘De lessen van ubuntu‘.
Joris Luyendijk
199
Maatschappelijk kritisch boek
Uitgeverij Pluim
2022
Joris Luyendijk (1971) schreef eerder voornamelijk over anderen. Anderen uit een ander land, met een ander geloof, en een andere baan. In ‘De zeven vinkjes’ schrijft hij over zichzelf, mannen zoals hij en zijn gesprekken met, wederom, anderen. Ondertussen lijkt hij te leven tussen twee werelden. Hij lijkt in zijn eigen wereld tot de minderheid te behoren die het conflict wil zien.
Ben jij ook toe aan meer perspectief?
Met één gesprek, één lezing en één boek is de verandering nog niet gemaakt. Ontwaken is een hele reis. Voor je het weet ben je alweer vergeten wat je zag. Er zijn dus nog veel meer woorden en beelden nodig. Vermoedelijk doet het onrecht nog generaties lang pijn.
Enerzijds zijn er mensen die iets af moeten geven. En iets afgeven, dat is niet gemakkelijk. Als jij en je familie vele generaties lang dachten recht te hebben op dat iets, dan is afgeven zelfs heel moeilijk. Het vraagt moed om in te zien dat jij en je familie onrecht deden aan een grote groep mensen. Het kost je jouw zelfbeeld. Dat inzicht komt langzaam en met schokken.
Anderzijds zijn er mensen die ruimte in moeten nemen. Ook daar is moed voor nodig. Moed om het onrecht dat je is aangedaan in de ogen kijken. Als overlevingsmechanisme is het gemakkelijker om onrecht te ontkennen, dan de pijn te voelen. Pijn kan met een nieuw overlevingsmechanisme ontvlammen in woede. Een balans vinden in erkennen en geweldloos ruimte innemen, dat gaat met vallen en opstaan.
Net als Luyendijk zijn er steeds meer mensen bij wie de oogkleppen afvallen. Als je wilt kun je jezelf onderdompelen in perspectieven. Durf de pijn op te zoeken en er doorheen te werken. Want groeiende bewustwording is nodig.