“Het meest verontrustende van alles is dat mannen met erectieproblemen die met porno stoppen, geregeld melding maken van een tijdelijk, maar totaal gebrek aan libido en een abnormaal gevoelloos geslachtsorgaan. Zelfs mannen zonder erectieproblemen hebben kort nadat ze zijn gestopt met porno soms tijdelijk last van een gebrek aan seksueel verlangen en lichte seksuele stoornissen, de zogenaamde flatline. … Het zal niet als een verrassing komen dat sommige mannen in deze fase afhaken en weer voor porno zwichten, bang voor levenslang libidoverlies.”
Gary Wilson heeft in de tweede editie van “Het Pornobrein” nieuwe onderzoeken naar pornoverslaving samengevat en toegevoegd. En ook in deze editie zitten honderden ervaringen van mannen over hun porno-problemen. En één ervaring van een vrouw. Het boek is voor hetero-mannen, door hetero-mannen. Ik vraag me af hoe het met de rest van de populatie en pornoverslaving zit.
Naast een uitleg van de werking van verslaafde hersenen, en verschillende conclusies uit wetenschappelijk onderzoek en ervaringen, lees je in het boek een rijk aantal tips hoe je van deze verslaving af kan komen. Het doel is steeds om weer intiem contact te kunnen maken met je partner. In het boek worden overwegend de woorden hem/man gebruikt voor de pornoverslaafde, en haar/vrouw voor de partner van de pornoverslaafde. Aangezien er nergens uitleg wordt gegeven over deze keuze, weet ik niet goed welke informatie voor alle mensen geldt en welke informatie geslachtspecifiek is.
Hersenen vooral rust moeten geven om gevoeligheid voor genot terug te krijgen
Waar “Pornobrein” zich richt op de mannen, focust “Zin in seks” (Timmerman & Van Tongeren, 2016) zich op de vrouw. Huh? Kunnen alleen vrouwen geen zin hebben in seks door hun persoonlijkheid, en kunnen alleen mannen geen zin hebben in seks door pornoverslaving? Deze boeken doen mij denken dat er nog een volgend seizoen van het tv-programma “Geslacht!” gemaakt mag worden.
Wilson is zeer volledig in zijn boek over de definitie, oorzaak, de mogelijke oplossingen van pornoverslaving. Nogmaals; hierin is Wilson zeer volledig. De combinatie van theorie en tips zorgt voor grote leesbaarheid en voor zowel herkenning, als begrip, en zeer concrete handvatten voor verslaafden. Ik ben onder de indruk van de duidelijke boodschap die de schrijver geeft.
“Ik durf te stellen dat heel veel mannen hun hersenen vooral rust moeten geven om hun gevoeligheid voor seks en genot terug te krijgen. … Het doel is om plezier te krijgen in contact met echte mensen zonder tussenkomst van een scherm, en om ervoor te zorgen dat je weer zin in het leven en de liefde krijgt.”
Hoewel vrouwen volgens Wilson ook welkom zijn op forums voor pornoverslaafden, en zij steeds meer berichten achterlaten, neemt Wilson slechts 1 vrouw op in zijn boek als ervaringsdeskundige vrouw. Hij geeft dat aan door “(Vrouw)” voor de gedeelde ervaring te plaatsen. Ook in gedeeltes van theorie verwijst Wilson sporadisch expliciet naar vrouwen of homoseksuele als pornoverslaafden. Vandaar dat ik er vanuit ga dat er in dit boek slechts die gedeeltes op hen betrekking hebben.
“En vrouwen? Porno lijkt ook de seksuele gevoeligheid van sommige vrouwen te kunnen aantasten. (…) 1 op de 5 jongens verslaafd was, terwijl maar 1 op de 20 vrouwen verslaafd was.”
Herkennen van de pornoverslaving
Ik lees in het boek dat de mannen hun verslaving herkennen doordat de zin in vrijen met hun partner afneemt, net als de zin in contact met het andere geslacht, en dat de pornoconsumptie, lichamelijke stoornissen en somberte toenemen. Ik vraag me af; kunnen pornoverslaafde vrouwen deze symptomen bij zich herkennen? Of is dat lastiger omdat de maatschappij en zijzelf anders naar hun wensen kijken? Of tonen vrouwen andere symptomen bij pornoverslaving? Zoals bijvoorbeeld het toestaan van gevaarlijk seksueel gedrag. Of niet meer klaar kunnen komen zonder fantasieën, speeltjes en spelletjes. Niet meer klaar kunnen komen doordat zij teveel in hun hoofd zouden zitten of doordat zij hun eigen lijf te slecht zouden kennen.
Volgens Wilson maken seksuologen en psychologen fouten in hun diagnoses bij pornoverslaafde mannen. Zo wordt de diagnose depressie bij mannen gesteld terwijl er soms een pornoverslaving onder ligt. Ook hier vraag ik me af of hetzelfde misverstand bij vrouwen voorkomt? Misschien worden diagnoses als borderline, liefdesverslaafde en teveel piekeren bij een vrouw soms ten onrechte gesteld, terwijl er een pornoverslaving onder schuilt?
We weten dat mannen vaker geneigd zijn hun agressie naar buiten te tonen, terwijl vrouwen hun agressie vaker naar binnen tonen. We zien de maatschappij met de Me-too affaire, geseksualiseerde videoclips en de meeste pornofilms waar vrouwen ondergeschikte zijn. Is het dan gek dat vrouwen andere symptomen laten zien als zij pornoverslaafde zijn? Wellicht tonen pornoverslaafde vrouwen zich anders. Ik weet het niet. Onderzoek weet het blijkbaar nog niet. En Wilson ook niet. Al lijkt hij zich hier minder druk over te maken dan ik.
Blijkbaar weten we te weinig over het vrouwelijke of homoseksuele pornobrein
Hoe volledig is het boek “Het Pornobrein” over de problemen die pornoverslaving veroorzaakt in ons vermogen tot intiem contact maken? Zeer volledig voor de heteroman! Volmondig. Daar geef ik 5 van de 5 bolletjes voor.
Na het lezen van het boek, neem ik een pen in mijn hand, en schrijf ik in blauwe inkt op de kaft van het boek naast de titel “Het pornobrein” in mijn eigen handschrift “van de man” en zet het boek in de boekenkast. Blijkbaar weten we veel te weinig over het vrouwelijke of homoseksuele pornobrein. Daar geef ik 1 bolletje voor.
Gary Wilson heeft als fysioloog jarenlange ervaring in het bestuderen van het brein dat met verslavingen kampt. Om meer te weten te komen over het gebied van pornoverslaving, richtte hij het forum yourbrainonporn.com op. Naast auteur is Wilson spreker (onder andere van Ted.com) en docent.
Wil je meer lezen over pornoverslaving? Bestel dan het boek “Het pornobrein” door op deze link te klikken. Lees je liever over Nederlandse casuïstiek op het gebied van seksverslaving? Dan is “Seksverslaving: casuïstiek” wellicht interessant voor jou.